Opvanghuis Berlicum viert in 2024 haar 100-jarig bestaan. Het opvanghuis is in de loop der jaren een écht familiebedrijf geworden. Inmiddels heeft de vierde generatie het bedrijf overgenomen. Willy van den Dungen is blij dat de nalatenschap van zijn grootmoeder wordt voortgezet.

Opvanghuis Berlicum kent een rijke historie, die vooral samenhangt met de familie Van den Dungen. Al in 1924 richtte de grootmoeder van Willy van den Dungen, oma Mina, de voorloper van Opvanghuis Berlicum op. Onder de naam Zonnelust ving ze oud-cliënten op van zogenaamde Godshuizen. Het ging daarbij om mensen met een psychiatrische achtergrond die na hun behandeling geen plek hadden om te wonen of die dat niet zelfstandig konden.

Familie
Met als motto ‘dichtbij de mens’ bracht ‘oma Mina’ familiaire waarden naar Zonnelust. Niet alleen de waarden waren in familiesfeer. De complete familie Van den Dungen zou nog jaren betrokken zijn bij het opvanghuis. 

De ouders van Willy namen het bedrijf in 1961 over. “Toen was er al veel veranderd”, legt Willy uit. “We vingen steeds meer jongvolwassenen met een justitie-achtergrond op. Ons gezin woonde in hetzelfde pand als de cliënten, zodat wij opgroeiden tussen mensen met een psychiatrische achtergrond. We wisten niet beter. Cliënten gingen vaak vóór de kinderen, dus dat had wel impact op ons.”

Continuïteit
In de jaren die volgden groeide het bedrijf. Er kwam een nieuw pand en Opvanghuis Berlicum kreeg gestalte. Willy had intussen de hotelschool afgerond. Hij was tot zijn 28e werkzaam in de horeca in zowel binnen- als buitenland. “Daar lag echt mijn hart, maar toen mijn vader in 1988 ziek werd, moest er een nieuwe eigenaar komen. Ik kwam naar huis om mee te helpen de zaken af te handelen. Ik heb mijn werk opgezegd”, licht Willy toe. “Het opvanghuis was te veel een ‘familiebedrijf’ geworden om door een externe partij over te laten nemen. Ik had geen keus. ik wilde de continuïteit waarborgen, dus heb ik het overgenomen.”

Zo kwam de derde generatie aan het roer van Opvanghuis Berlicum. De normen en waarden bleven intact en tegelijk wist Willy een slag te maken op organisatieniveau. Het opvanghuis werd een gestructureerd bedrijf, met nette administratie, onderhoudsplannen, personeel én een dienstwoning. “Want ik had inmiddels zelf ervaren dat een prettige privésituatie ook belangrijk is”, vertelt Willy.

Goed gevoel
Al die jaren bleef het voortbestaan van de nalatenschap van oma Mina een belangrijke drijfveer. Willy maakte zich dan ook regelmatig zorgen over een eventuele bedrijfsopvolging. “ Dat was zo tot ik een ritje op de motor maakte. Ik kwam bij een goede kennis, een motordealer, terecht, die net zijn bedrijf had overgedragen. Hij sprak over zijn positieve ervaring met Adcorporate. Daarna hebben we een vrijblijvende afspraak met hen gemaakt. Het contact voelde van begin af aan heel goed”, stelt Willy.

Adcorporate droeg diverse geïnteresseerden aan, maar daar begon de schoen te wringen voor Willy. “Het was mooi om te zien dat verschillende commerciële partijen zich meldden. Maar de continuïteit was voor ons belangrijker dan een zak geld. In de zoektocht naar de beste partij kwam de oplossing uiteindelijk uit onverwachte hoek. 

Zo vader, zo zoon
Willy’s zoon Bart had aanvankelijk geen oren naar bedrijfsopvolging. Dit werd anders toen de overdracht naar een derde partij concreter werd. “Toen zijn we samen om tafel gaan zitten. Bart draaide vervolgens helemaal om. Hij wilde het bedrijf overnemen. Adcorporate heeft vervolgens een aantal zaken op een rij gezet en voor objectief advies gezorgd, zowel voor Bart als voor mij. Hoewel we familie zijn en een goede band hebben, is een objectief oordeel heel belangrijk. Dat was een intensief traject, maar we zijn tot elkaar gekomen”, vertelt Willy. “ik heb een bedrijf met toekomstperspectief kunnen overdragen.”

Willy blijft nog enkele jaren betrokken bij Opvanghuis Berlicum. “Dat vindt Bart ook prettig, want hij maakt gebruik van onze ervaring en kennis. De overname van taken verloopt sneller dan verwacht, dus ik denk dat ik al eerder kan afbouwen. Wat ik daarna ga doen? Dat weet ik nog niet. Misschien blijf ik wel bij Opvanghuis Berlicum”, concludeert Willy.

Tip: ga op tijd het gesprek aan met de volgende generatie. Behandel alle kinderen gelijk. Laat ze zelf “ja” of “nee” zeggen. De overdrager  kan beter geen voorkeur uitspreken. Hij moet niemand een voorkeursbehandeling geven. Ga dieper in op de reden van de interesse (of het gebrek daaraan). Zo voorkom je dat de kinderen op later moment spijt krijgen van hun beslissing. Nog beter is om dit gesprek meerdere keren aan te gaan, verdeeld over meerdere jaren. Door ervaring bij andere bedrijven en persoonlijke ontwikkeling van de kinderen kunnen ideeën en meningen over bedrijfsopvolging veranderen.